Het Geloof
Er zijn drie religies geweest door de eeuwen heen. Van de oudste religie weet men niets meer, pas nu zijn wetenschappers van het College en de Academie bezig met het onderzoeken van dit oeroude geloofssysteem. Daarna kwam de godsdienst van de Trinh, die geloofden in bovennatuurlijke wezens die bepaalden wat er op de wereld gebeurde. Na de Tocht der Vrijheid, waarin de onderklasse zich van de Trinh heerschappij ontworstelde, en het aanbreken van de Duistere Era, werd dit geloof volledig verboden. Alle kennis erover werd verzameld en bewaard door de Synode en de Bewaarders werd opgedragen op zoek te gaan naar resten van dat geloof om het te vernietigen of op te bergen. Het geloof zelf werd door de mensen grotendeels vergeten (hoewel sommige gebruiken als gewoontes bleven bestaan), wat makkelijk was omdat in die tijd men alles wat met de Trinh te maken had de rug toe wilde keren.
De Leer van de Synode
De religie die nu door vrijwel alle bewoners van het continent wordt gevolgd, is die van de Synode. Wijze mensen uit het verleden (de Profeten) hebben lessen opgeschreven, de Leer genoemd, die gevolgd moeten worden. Wie precies volgens de Leer leeft, bereikt na zijn of haar dood Verlichting. Tot die tijd blijft iemand reïncarneren, zonder herinneringen van het vorige leven. Pas wanneer er een situatie zich voordoet die vergelijkbaar is met een situatie waarin de persoon in een vorig leven iets fout heeft gedaan, kan er een gevoel optreden dat als waarschuwing dient. Zo verklaart de Synode het gevoel van déja vu. Het wordt als erg ongepast gezien om te claimen iemand in een vorig leven te zijn geweest of daarnaar te vragen.
Verlichting en de profeten
Wat Verlichting is, is dat een wezen een andere staat van bewustzijn ingaat. Waarin er geen aardse geheimen of problemen meer bestaan, maar er nieuwe, hogere vragen komen. De werkelijk belangrijke dingen ontrafeld kunnen worden zoals de betekenis van het bestaan (Verlicht en Onverlicht) en het doel van het leven. Hoe verder men van Verlichting afdrijft, hoe moeilijker het volgende leven wordt. Zwervers, bedelaars en langdurig zieken bijvoorbeeld zijn dus mensen die in hun vorige leven ver van de Leer zijn afgedwaald. Sint Carthanas leert ons dat deze mensen niet moeten worden bespot of ontweken, maar juist geholpen moeten worden meer volgens de Leer te gaan leven.
De verschillende Profeten hebben allemaal op andere gebieden hun lessen gegeven (bijvoorbeeld rechtvaardigheid, moed en vlijt) waardoor de ene profeet een bepaalde beroepsgroep meer aanspreekt dan de ander. Er bestaan echter geen tempels voor elke profeet apart; alle tempels zijn voor alle profeten.
Er zijn vele verschillende profeten en met nieuwe geschriften komen er ook steeds nieuwe bij. Die nieuwe Profeten kunnen alleen officieel Profeten worden wanneer ze worden goedgekeurd en erkend door de Synode. De laatste decennia zijn het vooral archons die na hun dood als nieuwe Profeten worden erkend door hun opvolgers. Criticasters vinden dat de archons drukker zijn met na hun dood tot Profeet worden benoemd (en daarvoor lobbyen) dan leiding geven over de Synode en de zielenheil van de gelovigen. Profeten hebben immers altijd Verlichting bereikt, of ze nu wel of niet de lessen van andere Profeten hebben gevolgd.
De teksten van de Profeten mogen alleen door de Synode worden verkocht. Mocht iemand iets hebben gedaan dat indruist tegen de Leer, is het mogelijk die schuld af te kopen via een tempel. Dat is belangrijk, omdat anders mensen na één misstap zich laten gaan onder het motto toch te reïncarneren in een slechter leven. Dat afkopen kan met geld of een dienst aan de Synode. Deze regel heeft de Synode erg rijk gemaakt in de loop der tijd.
De belangrijkste profeten
Sint Venminh – De prediker van beschaving, de eerste archon. (du) “De gemeenschap is de basis van beschaving. De regels van het Goede steunen op die gemeenschap. Nadenken onderscheidt ons van de dieren.”
Sint Candam – De prediker van moed (Tr) “Gij zult opkomen voor het Goede, door het woord en het zwaard. Gij verdedigt de zwakken en bestrijdt het Kwade. Gij zijt het vuur in het duister.”
Sint Bhlarna – De prediker van vleit (dr) “Gij zult uzelf ontwikkelen tot het beste wat gij kunt zijn, en werken voor het verbeteren van de medemens en uzelf. Hard werk is zijn eigen beloning.”
Sint Carthanas – De prediker van naastenliefde (dr) “Heb uw naasten lief gelijk uzelf. Help hen in tijden van nood opdat zij u en anderen kunnen helpen. Doe hen geen kwaad en respecteer hen. U bent allen de stam.”
Sint Elusen – De prediker van hoop (Tr) Stamvader van een van de clans uit Harland. “Hou altijd hoop. Hoe donker het uitzicht ook lijken mag, tijden veranderen en mensen hebben de kracht tijden te doen veranderen. Niets is onmogelijk.”
Sint Rals – De prediker van rechtvaardigheid (Tr) “Straf hen die Kwaad doen. Wees wijs in uw strafmaat en rechtvaardig in uw oordeel. Ken al uw feiten, oordeel dan pas. Laat het vonnis recht doen aan het misdrijf.”
Sint Eolas – De prediker van kennis (du) “Slechts met kennis kunnen wij onszelf verbeteren, de groei van begrip en kennis is de groei van ontwikkeling en van de menselijke potentie. Onwetendheid voedt het Kwaad, kennis verlicht ons pad naar de toekomst.”
Betekenis van afkortingen: dr = druïdentijd, Tr = Trinh Tijd, du = Duistere era
Geloof in het dagelijks leven
De mensen die de Leer aanhangen (en dat is bijna iedereen), leven volgens De Leer en proberen de lessen van de Profeten uit te voeren om Verlichting te bereiken. In de praktijk komt het erop neer hard te werken, moedig te zijn, naastenliefde te vertonen, hoop te houden als zaken tegenzitten, rechtvaardig te zijn, je kennis te vergroten en onderdeel zijn van de gemeenschap. De vicars die een gemeenschap onder zich hebben, of dat nou een dorp is of een stadswijk, geven geen missen of ceremonies op een vaste dag. Zij beantwoorden vragen, leggen de Leer uit als het lastig te begrijpen is voor mensen, geven advies of steun in moeilijke tijden en zijn aanwezig bij belangrijke gebeurtenissen zoals geboortes, huwelijken, uitvaarten en feest- en gedenkdagen. Daar worden wel ceremonies bij gehouden.
Omdat er geen geloof is in een bovennatuurlijke macht, wordt er niet gebeden. Wat er het dichtst bijkomt is mediteren en reflecteren op de lessen uit de Leer, maar dat is niet aan speciale momenten in de dag gebonden. Natuurlijk is het wel zo dat groepen of families de gewoonte kunnen hebben een moment van de dag te kiezen om samen over de Leer te praten of hun dag te vergelijken met de Leer. Hoe geloviger je bent, hoe vaker je dat doet. Bijvoorbeeld, ’s ochtends denk je na over de Leer om jezelf eraan te herinneren hoe je je die dag moet gedragen en ’s avonds voor het slapen gaan neem je je dag door en kijk je of je iets in strijd met de Leer hebt gedaan of juist iets wat overeen komt met de lessen van de Profeten.
Er is geen vaste dag in de week waarop een dienst wordt gehouden, maar wel door het jaar heen zijn er dagen die gevierd worden en waarbij een geestelijke het woord neemt. Bijvoorbeeld gedenkdagen van historische gebeurtenissen, de dagen die aan de individuele Profeten zijn toegewezen, feestdagen maar ook natuurlijk gebeurtenissen als bijvoorbeeld huwelijken, crematies en geboortes. Tussendoor is de dorpsvicar altijd beschikbaar om raad te geven in moeilijke tijden of uitleg over de Leer bij vragen.
Reïncarnatie als spelelement
Hoewel het geloof rekening houdt met reïncarnatie, heeft dit in het spel geen effect. Alle personages zijn 16 of ouder, voor de IS ‘wet’ volwassen, terwijl iemand pas kan reïncarneren nadat hij of zij is gestorven. Theoretisch kun je dus pas 16 jaar nadat je personage is overleden een reïncarnatie daarvan gaan spelen.
De hiërarchie van de Synode
De Synode lijkt qua opbouw op ‘onze’ katholieke kerk. De archon staat aan het hoofd en is de leider, als een soort van koning. Omdat meer dan 95% van de bevolking de Leer volgt, is de archon erg machtig. De positie is dan ook eentje die veel Huizen in het spel willen hebben. De archon wordt benoemd door de prelaten, die ieder een gebied toegewezen krijgen waarvoor zij op religieus gebied verantwoordelijk zijn. Vaak overlappen die gebieden met de gebieden van edelen, waardoor er soms een machtsstrijd ontstaat of juist een machtig blok. Vaak willen Huizen dat een van hun leden prelaat wordt van het religieus gebied dat met hun gebied overeen komt.
De Synode kent drie prefecten, die aangesteld worden door de Synode om de religieus raadgevers zijn van de leiders van een land. De koning van de Steffonia en de Crimeaanse Landsraad kregen dus een prefect, terwijl de prefect van Harland de clans afreisde en aanwezig was op de moots. Omdat de Synode in Crimea haar zetel heeft, werd de prefect door de Harlanders eerst gewantrouwd, maar de neutraliteit in de conflicten leverde respect op. De prefect heeft een invloedrijke positie, maar heeft aan de prelaten niets te vertellen, hoewel ze wel vaak overleggen hebben. Sinds de eenwording blijven de drie wel hun posities behouden, maar nu als raadgever voor de koning en stadhouders.
De exarch staat onder de prelaat en is het hoofd van een klooster, waar vicars de Leer bestuderen. Een vicar die niet in een klooster woont is vaak de priester van een gemeenschap (een dorp of wijk van een grote stad) en moet ook verantwoording afleggen aan de exarch van het dichtstbijzijnde klooster. De exarch is naast ‘manager’ van een klooster dus ook de bestuurder tussen de dorpsvicar en de prelaat.
De Bewaarders
De Bewaarders zijn de militaire orde van de Synode. Ze bewaken de kloosters en tempels, zijn lijfwachten van de archon, prelaten en prefecten en begeleiden grote door de Synode georganiseerde pelgrimstochten naar heilige plaatsen. Daarnaast is de Orde altijd op zoek naar heilige artefacten van de Profeten en moeten zij ervoor zorgen dat alles wat met het geloof van de Trinh te maken heeft verdwijnt. Bewaarders moeten een onwrikbaar geloof hebben en absolute trouw zweren aan de Synode.
Theoretisch zijn de Bewaarders in dienst van de Synode en valt de maarschalk hiërarchisch zelfs onder een vicar, maar geen enkele vicar zal het in zijn hoofd halen een Bewaarder een opdracht te geven. In de praktijk bemoeien de geestelijken zich standaard niet met het reilen en zeilen van de Bewaarders. De archon en sommige prelaten geven soms wel opdrachten.
– De maarschalk is het hoofd van de Bewaarders en leider van de persoonlijke garde van de archon.
– De kapitein leidt een cohort; tien eenheden Bewaarders die actief zijn in een gebied. De orde heeft verschillende forten waarover ook een kapitein de leiding heeft.
– De luitenant is het hoofd van een eenheid Bewaarders die in aantal variëren van tien tot twintig man.
– Een sergeant heeft vaak de leiding over een aantal man op een missie. Als er een groep van (maximaal) vijf man wordt uitgestuurd om een missie te voltooien of de verantwoording te nemen over een specifiek takenpakket, dan staat daar vaak een sergeant aan het hoofd.
– De kapelaan is een legerpriester van een eenheid. Het is geen specifieke rang.