Het Verhaal Tot Dusver

De Kentering IV

Na een lange wandelingen komen de vluchtende bezoekers van Avermunde aan in Crimea. Niet ver van hun bestemming, de herberg ‘De Silv’ren Swaluw’, worden zij opgeschrikt door een schot van een vuurwapen. Niet veel verderop vinden zij het lijk van een jonge grensgardist, gewurgd. Met spoed wordt het bos verlaten. In de herberg maken zij kennis met de eigenaresse, een lieve dame met een hoop geldproblemen. Ze pacht de herberg van de plaatselijke conte en contessa, en die laatste blijkt een onstuimige dame te zijn die na een glaasje wijn ronduit onplezant te noemen is. Een late gast arriveert, een vrouwelijke Hhuskarl uit het gevolg van clan Vuurstorms jarlszoon, met het nieuws dat deze jarlszoon als gevangene is meegenomen door de Vlaktelingen. Zij is vrijgelaten om thane Alvar te vinden om de onderhandelingen te leiden die de volgende dag gepland staan.

Bij het eerste ochtendlicht wordt de moord op de grensgardist onderzocht, en al snel komt men tot een conclusie dat plaatselijke Vlaktelingen verantwoordelijk zijn voor zijn dood en het stelen van zijn vuurwapen. De vlaktelingen worden opgespoord, en onder een variatie van emotie en reacties ter plekke geëxecuteerd door het lokale gezag. Het gestolen vuurwapen dat zij meedroegen blijkt later verdwenen. Later die dag volgen de onderhandelingen met de Vlaktelingen die de jarlszoon gevangen houden. Deze onderhandelingen escaleren echter, wat tot de dood leidt van beide de jarlszoon en de thane van Clan Vuurstorm. De al onprettige dag wordt afgesloten door een tweede bezoek van de contessa, die de eigenaresse van de herberg dreigt uit te zetten als zij niet snel de pacht ophoest.

De tweede ochtend in de herberg begint gemoedelijk, maar nog voor de gasten van de herberg de tijd hebben gehad om bij te komen, worden zij opgeschrikt door een gezelschap goed-bewapende Crimeanen, die Benito di Testardo vriendelijk verzoekt mee te komen.

De Kentering V 

De Conte di Eligia, de graaf van het land waar we ons bevinden en tevens eigenaar van de taveerne De Silvren Swaluw, blijkt een grote jacht te hebben georganiseerd voor zijn prominente vriendengroep. Zijn lieftallige echtgenote besluit daarop haar eigen ‘vrienden’ uit te nodigen, en wel alle gasten die zich op dat moment in de taveerne bevinden. Al snel beginnen de twee groepen gasten te mengen, wat voor de nodige opluchtingen en ongemakken mag zorgen. Edellieden bevinden zich eindelijk weer eens onder gelijken, waaronder de veelbesproken broers van Huis Herceg. Anderen proberen zich schaars te maken in de angst te worden herkent door oude vijanden. En weer anderen komen oog in oog te staan met hun verloren geliefde. De dag begint roerig te worden wanneer blijkt dat de jacht enkel een excuus is van de adel om de ronddwalende Vlaktelingen op te jagen en af te schieten. Misschien dat er dan ook een stukje poetische gerechtigheid te vinden is wanneer de gastheer aan het einde van zijn feest zelf wordt geraakt door een kogel, afgeschoten door een onbekende hand in het donker.

De Kentering IV